Knuffelen
Knuffelen.
Wij - mijn broers en ik - zijn niet knuffelend opgegroeid. Een aai over je bol of een pets op je billen kon je krijgen . Al naar gelang de situatie vereiste. Maar echt gezellig op schoot zitten of een paar armen om je heen was uit den boze. Als ik wel eens bedelde om een omarming bij mijn moeder kreeg ik te horen dat ik gewoon moest doen of dat ik in de weg stond. De behoefte was er bij mij wel, maar de tijd ontbrak bij mijn moeder. Er moest zo hard gewerkt worden om het gezinnetje netjes voor de dag te laten komen. En wat je in je zeer jonge jaren niet meekrijgt is moeilijjk aan te leren als je volwassen geworden bent. Een huisdier volstaat soms om de aaibaarheid te oefenen. Of een onverwacht knuffeldier of kussen. Vandaar dat mijn collectie beren zo uitgebreid is geworden. En ook mijn passie voor de poppenhuizen is daarop terug te voeren. Hele families bevolken mijn poppenhuizen en kijkkastjes. Gezellig tegen elkaar aan hangend op de bank of op schoot bij een volwassen popje. Lekker knuffelen met elkaar. Heerlijk dat dat kan. Tijdens corona merkten we allemaal, dat de afstand tussen de medemensen zo groot was geworden. We durfden elkaar niet eens te benaderen. Stel je voor dat je iemend besmette of zelf besmet werd. Terwijl als je ouder wordt de behoefte aan een knuffel juuist toeneemt. De kleinkinderen zien er bij het opgroeien de noodzaak niet meer van in. Met een "doei oma " vertrekken zij en de kleintjes zien mij te weinig, dus zij zijn wat huiverig om die vreemde mevrrouw een kusje of knuffel te geven. Gelukkig, dat er af en toe een volwassen kind is, dat mij omhelst met twee armen en iets liefs in mijn oor fluistert. Dan kan ik er weer lange tijd tegen. Dus ben ik nu een gelukkig mens, Drie verjaardagen achter elkaar en dus heel veel armen om mij heen. Kijk uit naar mijn volgende blog. Warme groeten, Winny